Zoeken

Woordenboekenliefde

Een gedachte, een déjà vu, een vécu kwam voorbij en leidde tot een monoloog die als een warme wolk rond me bleef hangen. Het was bij het opzoeken van een woord in een heus woordenboek met echte papieren bladen. Deze monoloog Tijdens het opzoeken dacht ik aan de eerste keer dat ik een woordenboek gebruikte waarvoor het diende. Dat was op school. Hoe doe je dat,  de betekenis van een woord opzoeken? Er werd verondersteld dat je het alfabet knats vanbuiten kende. Dat was heel belangrijk. Zo kon je makkelijk bladeren door het woordenboek om snel bij de beginletter van het woord te komen. Laat ik het woord natrium nemen. De /n/ bevindt zich in de tweede helft van het alfabet. Dan weet je dat je niet vanaf de eerste bladzijde moet gaan zoeken. Dat vond ik een hele goede tip! Daarna kijk je naar de tweede letter van het woord. Voor natrium is dat de /a/. Op een of andere manier raakte ik helemaal vooraan in het woordenboek. Waar was de /n/ gebleven? Erop terugkijkend was er één stap in het proces van betekenis-van-woorden-opzoeken waarschijnlijk niet binnengedrongen (ik was een trage leerling). In mijn kinderlijk enthousiasme bladerde ik van de /n/ naar de /a/. Ik moest bij de /n/ blijven en dáár de volgende letter zoeken. Toen ik het eenmaal doorhad, ging er een wereld voor me open. Beeld u zich in! Een heel woordenboek, bomvol woorden die ik nog niet kende. Ik voelde me woordenveilig voor de rest van mijn leven. En dat was een pocketwoordenboek! Er kwamen andere talen bij, zowel in de school als later de avondschool. Hier en daar kon ik zelfs de liefde doorgeven aan kinderen die aanvankelijk niet zoveel voor taal en lezen voelden. Veel sneller ben ik niet geworden, noch met lezen, noch met opzoeken. De liefde voor woorden en taal in het algemeen blijft. Telkens ik er bewust mee bezig ben, is het NU! En die natrium? Dat is het zout op mijn pata…  woorden!

Anemos
0 0

Rinus en Alice

Het was een warme dag. Een van die hondsdagen uit het gelijknamige boek. Ambetant warm zelfs. Om de plakkerigheid wat tegen te gaan, begaf ik me naar een vlakbij gelegen terras. Wachten op afkoeling in de vorm van een glas, maar ook wachten op de avondkoelte, tot de zon achter het hoge gebouw aan de overzijde van het terras verdween. "Kom, we gaan bij Rinus zitten." Het was Alice die het tegen haar vriend Theo zei. Het leek alsof Theo het niet hoorde, want hij liep zonder te antwoorden recht het café binnen. Alsof er daar iets op hem wachtte. "Zijn gazet", zegt Alice tegen Rinus. Ze zag dat Rinus Theo achterna keek. "Hij gaat zijn gazet halen". Rinus glimlachte. Alsof hij het niet onprettig vond om alleen met Alice aan het tafeltje te zitten. "Rinus, ik heb een kuisvrouw nodig", zei Alice. Uit de mond van Rinus kwam niet meer dan een 'ooh', waarna hij naar zijn glas Westmalle Trippel greep. Hij hield de kelk omhoog zoals een pastoor dat in een kerk doet, net voor het ter communie gaan. 'Het lichaam van Rinus' prevelde ik. Na de slok kwam een luide 'aaah' en een lik met zijn tong over zijn snor en rond zijn lippen. "Nu dat gij hier zit begint de zon te schijnen", zei hij. "Die schijnt al de hele dag", antwoordde Alice. "Dat bedoel ik", zei Rinus. Alice ging verder over haar poetsvrouw. "Als ik ze maar kan vertrouwen", zei ze waarbij ze naar Rinus keek. Rinus keek naar Alice en stond op. Hij ging naar binnen. In mijn hoofd zag ik Rinus als vrouw verkleed terug naar buiten komen. Het was een raar zicht met zijn snor. "Mij kunt ge vertrouwen Alice", hoorde ik hem zeggen. Het was Theo die naar buiten kwam met de krant in zijn hand. "Waar is Rinus?"’, zei hij. "Die is naar binnen", zei Alice. "Hebt ge hem niet gezien?"

Rudi Lavreysen
14 0

Noepjestaart

Ik zie ze meteen als ik mijn fiets parkeer aan het station. Twee jongemannen met elk een rugzak op hun rug. Een van hen draagt een grote plastic tas in zijn rechterhand. Daarin zit een vierkante doos. Het lijkt wel een vlaaidoos. Dat weet ik omdat we vroeger op zondag altijd een buurvrouw van de bakker naar huis zagen fietsen. De vorm van die plastic tas zag er hetzelfde uit. 'Mevrouw Vlaai' hadden we haar gedoopt. We begrepen niet hoe ze die taart in balans kon houden op de fiets. Het is pokkedruk in de trein. De twee jongemannen hebben geen zitplaats. Een man heeft zijn boekentas op de zit naast hem geplaatst. Een van de jongemannen wijst naar de tas en vraagt met een licht Engels accent of hij de boekentas bij zich wil houden. De zittende man maakt geen bezwaar. 'Dank oe', zegt de jongeman. De andere heeft nog geen zitplaats.Ze doen me denken aan zendelingen van een geloofsgemeenschap uit Amerika, die hier hun blijde boodschap komen verkondigen. De plastic tas met de taart staat op zijn schoot. Nu ben ik toch benieuwd wat erin zit. Alsof hij mijn gedachten raadt neemt hij de doos uit de tas. Het is inderdaad een taartdoos. Hij doet een hoekje van de doos omhoog en ik zie meteen welke taart erin zit. "Nopjestaart", zeg ik nogal luid. Ze kijken me allebei glimlachend aan. “Hoe zegt oe?", vraagt de rechtstaande jongeman. "Het is nopjestaart", zeg ik. "Die dingetjes erbovenop zijn noppen." "Ah, noepen", lacht hij. Aan de eerste halte stappen ze uit. "Noepjestaart," lacht de jongeman naar mij. "Helemaal juist,” zeg ik. Ik zie ze door het raam met de nodige elegantie verder stappen, de taart mooi recht houdend. Ze zijn helemaal in hun nopjes. Mevrouw Vlaai zou trots zijn geweest.

Rudi Lavreysen
15 1

De schotelvod

Je hebt het wellicht ooit gelezen in een interview met een bekende manspersoon. Dat hij plots vaststelt hoezeer hij op zijn vader begint te gelijken. Het gebeurt meestal als ze voor de spiegel staan. Dan zien ze niet zichzelf, maar hun vader in het spiegelbeeld. Het gezicht dat dezelfde trekken vertoont, het dunner wordende haar dat ze plots opzij moeten kammen, de rimpels, het ouder worden tout court. Ik kan erover meepraten. Toch gebeurt het bij mij niet voor de spiegel. Het is eerder de schotel- of vaatdoek die het hem doet. Vader zei meestal ‘schotelvod’ en in het plat dialect zelfs ‘het slet’, maar dat mocht hij van ons ma niet zeggen. Toch komt dat gewoon van het Middelnederlandse ‘slette’, wat een lap of vod was. "Zijt ge daar weer met uw vod,” zei onze jongste onlangs. Ik moest het aanrecht netjes maken, want als ze weinig tijd hebben kijken ze niet zo nauw. De kruimels lagen overal. Vader zei ‘greumels’ en het werkwoord was ‘greumelen’. Toen zag ik het. Met die schoteldoek nog in mijn hand zag ik plots ons vader staan. Jaren geleden, in de keuken van ons huis dat er al niet meer staat. Maar het beeld van die keuken is nog zo vers als de groenten uit zijn tuin. Hij moest jonger op pensioen en in de wintermaanden had hij niet veel om handen. Dan maar regelmatig met een schoteldoek over het aanrecht. De ‘greumels’ opruimen. In de andere seizoenen had hij geen tijd voor zijn vod. Dan wenkte zijn fiets of het werk in de tuin. Ik ben niet de enige die de gelijkenis ziet. Mijn vrouw zegt dat ik almaar meer op hem begin te gelijken. Maar misschien moet ik toch opletten met die vod. Overdrijven is nooit goed, of er komen vodden van.

Rudi Lavreysen
15 1

De ziekte.

Kent u het ziektebeeld, dwangneurotisch kuisen. Het is een verschrikkelijke ziekte.Diegenen die er onder lijden vinden zichzelf SUPERnormaal, iedereen die hun ziektebeeld niet deelt vinden ze niet normaal; ze vinden die 'abnormaliteit' zo bedreigend dat ze vinden dat ze het absolute recht hebben met alle middelen die abnormaliteit te vernietigen. Manipulatie, bedrog, verraad niks is hen te min om die - in hun ogen - bedreigende levenswijze te doen stoppen.Een paar jaar geleden waren ze zelfs op TV te zien. Ze waren aan het jammeren over het lijfke dat Burgemeester Jansens droeg; ze zouden er zeker niet voor stemmen. Dat politiek gaat over ideeën niet over plastrons en lijfkes, dat konden ze niet vatten. Wie niet dwangneurotisch kuist kwam er niet in. Stelt u zich voor dat al die bacteriën hun geboende lijven zou attaqueren. Zuiverheid is hun hoogste goed. Zij zijn zuiver. Als ge dat maar weet. Het liefst zouden ze de abnormalen zo ver mogelijk van hen verwijderd zien. Er is een theorie die stelt dat astma veroorzaakt wordt door het dwangneurotisch kuisen. Kinderen die niet blootgesteld werden aan een aantal bacteriën bouwen geen weerstand op zodanig dat ze op volwassen leeftijd onderhevig zijn aan allergieën allerlei. En de dwangneurotische kuisers die kuisen voort. Ze zullen kuisen tot ze denken dat ze iedere bacterie hebben gedood waarbij ze niemand sparen: iedere vieze vuile bacterie moet weg. Een groot deel van de mens bestaat uit bacteriën. In onze darmen en plooien op onze mooi geboende lichaam zit het er vol van. Ze zijn zo klein dat er duizenden op een vingernagel te vinden zijn. Zonder bacterie geen mens. Het zou bijna grappig zijn als het niet zo tragisch was iedere keer dat de dwangneurotische kruisers met overvloedig veel zeep denken dat ze weer een veeg beestjes vernietigd hebben, hebben ze in werkelijkheid de soep van beestjes op hun lijf herverdeeld. Jaren geleden bestond er zoiets als de vapona-strip die bleek gemaakt te zijn met Ieperiet: het gifgas dat wereldwijd bekend staat als het eerste gebruikte GIFGAS uit de tweede wereld oorlog.Op dat moment dacht ik: wat een waanzin. De dwangneurotisch kuisers besproeien hun huizen met in sommige gevallen gevaarlijke chemische troep. Daarna hangen ze er een lap gifgas. DE ZOMER. Het was niet de zomer die op het caféterras kwam zitten, het was een man met de naam van een ander jaargetijde. Het baasje van een partij wiens politiek ik zo walgelijk vind dat ik zelfs zijn naam niet wil vermelden. Hij zette zich aan een tafeltje naast mij. Op 10 cm afstand ik kon hem niet alleen zien, ik kon hem ook ruiken. De meeste bezoekers van het café kenden hem niet want het waren zoals sommigen hen noemen vreemdelingen.De enigen die hem herkenden waren grappig genoeg twee Russische jongeren die stilletjes verontwaardigd aan een Antwerpse man hun beklag deden. De Antwerpse man zei dat iedereen in hun stad het recht had om ongestoord aan een cafétafel te ziften. Naast de man met de ijskoude naam zaten twee van zijn medestanders: duidelijk dwangneurotische kuisers. Foto VERF ED wild groen 2006 FOTO GALLERY https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/

verf ed
8 0

Kunst is pure tijdsverspilling?

Het nut van kunst. Een bakker geeft de mensen eten, een bierbrouwer geeft de mensen drank en plezier, een kunstenaar geeft de mens een identiteit. Denken vanuit de landbouw / industriële cultuur daar is kunst nutteloos. Spierkracht is de belangrijkste kracht. In de I-T cultuur is onze geest belangrijk. Kunst is er een belangrijk onderdeel van. In het verleden was kunst nog duidelijker. Vlagen van de ene groep waren nadrukkelijk verboden bij de andere groep. Kunst was een deel van een collectivisme. De I-T cultuur is individualistisch. Zie de communicatievorm: de constant sms-ende mens. Dat een kunstenaar vanuit zijn individuele keuze het scheppingsproces ziet als nutteloos zegt meer over de kunstenaar dan over een kunstwerk.Waarom ziet men in kerken alleen religieuze en geen atheïstische kunstwerken en omgekeerd?Waarom loopt de ene in een Armani rond en de andere in een groene parka?Waarom rijdt de ene in een 2-pekaatje en een andere in een Porsche ?Omdat wanneer er contracten worden getekend een met een Porsche en een Armani meer vertrouwen wekt dan wanneer er iemand met een 2-pekaatje en een groene parka aan komt. Test het zelf, ga een bank binnen, ga een hotelkamer reserveren in een kledij van bedenkelijke staat, verschuif dan eventjes uw mouwpijp zodat een exclusief en zeer duur kunstig uurwerk te zien is. Bemerk het verschil in reactie. Men kan het uiteraard weigeren en de mens alleen zien als etend en drinkend, maar dan ziet men de mens alleen als werkend, niet als denkend wezen.Is het angst?Is een werkende mens veel controleerbaar dan de denkende mens?   foto VERF ED 1975 student Leuven Rijschoolstraat  FOTO GALLERY VERF ED https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/  

verf ed
0 0

Dubbel verdriet

Het overkwam me gewoon. En daarna kwam het woord. Twee woorden waren het. Ik voelde ze tijdens 'Het laatste portret' opkomen, een tv-programma waarin een deskundige fotografe het laatste portret van iemand maakt en er meteen zijn of haar levensverhaal aan ophangt. Samen met vrienden en familie. Al is 'laatste' altijd een ietwat misleidend woord. Het laatste tot nu toe? En is het volgende dan weer het laatste? Of is dit de allerlaatste foto? Inderdaad. Voor deze mensen zou er geen meer volgen. Ze wisten het. Meteen vanaf het begin zat ik te draaien op mijn stoel. Zou ik wel kijken? Verdriet dat altijd nog ergens zat, zou vast en zeker terug naar boven komen. Als een soepballetje waarvan je dacht dat het niet meer in de soep zat. "Niet beginnen, hè pa", zei onze jongste vanop de bank. Maar toen zag ik het. Ook hij kreeg het moeilijk. Een blik naar elkaar was niet nodig. Wellicht voelden we hetzelfde, een terugblik naar hetzelfde moment van enkele jaren geleden. En toen kwam het. Omdat ik meteen zijn verdriet voelde, kwam het bij mij nog harder binnen. Ik had te maken met dubbel verdriet. Niemand zal het ooit wetenschappelijk kunnen verklaren, maar als je door de ogen van je kinderen hun verdriet ziet, komt het dubbel binnen. Je neemt het extra op, want je wil het bij hen wegnemen. Maar dat gaat niet. Ook bij verdriet is het ieder voor zich. C’est la vie. Net na de uitzending kwam mijn vrouw thuis. Ze zag het, maar zei niets. Het is een edele kunst. Het duurde een tijdje voor ik het onder woorden kon brengen. Maar nu weet ik het voor een volgende keer. Al moet het nu ook weer niet te vaak voorkomen, dat dubbel verdriet. Een enkele keer is genoeg.

Rudi Lavreysen
14 1

Nieuwe gordijnen

Na drie dagen dood in bed te liggen, besluit ik een paar berichten te beantwoorden. Intussen laat ik het bad vollopen met nieuw leven en controleer de temperatuur met mijn voeten. Iemand die weken geleden vroeg wanneer ik naar zijn nieuwe gordijnen kom kijken stuur ik dat ik onderweg ben. Ik slik alle soorten vitaminen die ik in de badkamer kan vinden, en van elke soort een stuk of vier omdat ze al lang over datum zijn, net zoals mijn gezicht en het gezicht dat er ooit was tussen mijn benen. Hij weet niet dat het een poging tot een comeback is dus na het bad steek ik mijn haar op tot het past met mijn hoerig rode lippenstift. Ik koop een fles champagne om mezelf te presenteren als fris en bruisend.  Als ik aan de overkant van zijn straat geparkeerd sta, zie ik door het donker in de straat alleen zijn raam met licht dat enkel van langs binnen zijn gordijnen zal tonen. In mijn achteruitkijkspiegel lijk ik wel een pas uit de kast gekomen travestiet. Hij zal zien dat het me moeite gekost heeft en ik hoop dat hem dat zal afschrikken om té persoonlijke vragen te stellen. Ik stap uit en beloof mijn wagen snel terug te zijn.  We zitten in zijn zetel en ik probeer me te herinneren hoe de vriendschap ooit was ontstaan. We doen alletwee onze sokken uit en plots herinner ik me terug alles. Terwijl hij vertelt over zijn nieuwe verwarming krijg ik koud door zijn pezige voeten die steeds dichterbij komen. Zou hij de temperatuur van mijn aanwezigheid willen controleren? Zijn voeten lijken op de bovengrondse wortels van de Bonzaï-boom naast zijn tv. Ik vraag me af waarom de voeten van mannen er altijd uitzien alsof ze al drie dagen dood zijn.  Opweg naar mijn auto zwaait hij me uit vantussen zijn nieuwe gordijnen en ik zwaai terug om hem samen met mijn dode ik voor de laatste keer vaarwel te zeggen.  

Fanny Wildemeersch
77 5

Wat eten we vandaag?

Wat eten we vandaag?  Te veel, te vet, te zoet en te alcoholisch… Na dagen van vreten en schransen kan ik geen eten meer zien. Hoera voor de matigheid. Gezond eten staat dan ook (alweer) met stip op één op mijn lijstje met goede voornemens.                                                                                      Helaas, de intentie is goed maar verwatert vast weer snel in de dagelijkse ratrace. Dan lonkt opnieuw die vettige hap van het frietkot op de hoek en is Dr Oetker weer mijn beste vriend.      Is er dan echt geen manier waarop ik mijn goede voornemen kan waarmaken? Er zijn firma’s die beweren de ultieme oplossing te bieden aka de maaltijdbox. Mag ik eerlijk zijn? Het concept is niet aan mij besteed. Agressief met eten Als je nog nooit hebt gehoord van Hello Fresh, Food Bag of Quiso, dan leef je op een andere planeet. Ga maar eens na hoeveel keer je al werd gebeld door een overijverige jobstudent en hoeveel flyertjes met 15 euro korting je al bij het oud papier gooide. Hield je echt nog nooit je voordeur dicht als een promoteam aanbelde? Ik krijg dan trouwens een flashback naar mijn kinderjaren. Toen verstopte ik me onder de keukentafel als de getuigen van Jehovah voor de deur stonden.                                                                                                                       Omwille van deze agressieve marketingstrategie heb ik het niet voor maaltijdboxen. Die stalkneigingen roepen bij mij weerstand op.  Ooit belde zo’n firma me op: “Mevrouw, hebt u even? Mag ik u iets meer vertellen over ons uitzonderlijke aanbod bij het afsluiten van een abonnement?” Ik antwoordde pretentieus dat ik zelf sneller, beter, gezonder én creatiever kan koken, dat ik het te duur en te omslachtig vind. Ik vermoed dat het studentje me toevoegde aan de blacklist want dergelijke telefoontjes kreeg ik niet meer.   Dood aan de culinaire creativiteit Eén keer liet ik me toch overtuigen. In de winkelstraat. In een vlaag van emotionele zwakte bestelde ik een kennismakingspakket.                                                                                      Alles werd netjes aan de deur geleverd op het afgesproken moment. In net zo’n fancy box als in de reclame. De ingrediënten waren individueel verpakt en aanwezig in exact de vereiste hoeveelheid voor de bereiding van het voorgekauwde recept. Best grappig om één eenzame preistengel in een plastic hoesje te zien liggen.                                                                    Hoewel ik dubbel zo lang als aangegeven deed over de bereiding van mijn gerecht, moet ik toegeven dat het resultaat best smakelijk was en er min of meer uitzag als op de foto.            Als een braaf schoolmeisje had ik de instructies gevolgd. Flink gedaan, hoor. Kus van de juf en een bank vooruit. Wat me naast de agressieve marketing dus stoort, is de afstomping van mijn eigen culinaire creativiteit. Tegen betaling dan nog wel.   Onthaastingsritueel Het bleef bij die ene bestelling. Liever schuim ik voor de sport bewust traag supermarkten en buurtwinkels af, check ik de Too Good to Go apps van deze wereld en duik ik promobakken in. Ik kick op kortingen van -30% tot -50%. Trots overzie ik bij thuiskomst mijn oogst en daag mezelf uit met het verzamelde allegaartje iets creatiefs te maken dat nog lekker is ook.  Probeer het eens, zou ik zeggen. Quality time voor jezelf met resultaat voor het hele gezin. Beschouw het als een nieuwe hobby. Vrijheid blijheid Misschien heb jij een superdruk leven en vind je die maaltijdboxen juist de heilige graal. Jij doet misschien een vreugdedansje als de doos van de week voor de deur staat en je weet dat je alweer enkele dagen healthy and safe bent.  Of je bent vastbesloten je goede voornemen dit jaar nu eens echt waar te maken en gelooft rotsvast in een maaltijdboxabonnement als partner in crime. Je hebt je vorige week een laatste keer goed overeten aan een grote friet met stoofvleessaus én curryworst in je favoriete frituur en at gisteren weemoedig je laatste diepvriespizza. Nu ga je ervoor! Welke keuze je ook maakt, ik respecteer je beslissing en duim voor jou. Zelf houd ik me ver weg van de maaltijdboxen. Ik blijf trouw aan mijn onthaastingsritueel en hoop stiekem dat ik je heb overtuigd het op zijn minst eens te proberen. Vrijheid blijheid, uiteraard. Is dat niet schoon bij het begin van het nieuwe jaar?

Melanieke
6 0

Mijn wens voor jou!

2023 was een heftig jaar. Voor ons toch. In de wandelgangen sprak ik met veel gelijkgestemden. Wij beleefden een jaar van afscheid en verlies, stukgelopen vriendschappen en financiën die vierkant draaiden. Na covid heeft ieder op z’n eigen manier wonden moeten likken. Heropbouwen was het motto. Het ging niet altijd van een leien dakje, maar we hebben het gehaald. Wie dit leest, is er nog, ademt nog en beschikt nog over een internetverbinding. We leerden waardevolle lessen. De diepere waarden van het leven kwamen bovendrijven op de donkerste momenten. Persoonlijke groei is geen pijnvrij proces, maar de moeite waard om te doorleven! Het kan altijd erger, denk ik dan. Denk maar aan de hartverscheurende taferelen uit Gaza, de niet aflatende ellende in Oekraïne, de extreme droogten in Afrika, of meegesleurd worden in één van de vele overstromingen. Het gaat helaas niet meer over rampen ver van ons bed. Het speelt zich dichtbij af. Teveel regen, teveel mislukte oogsten, teveel prijsstijgingen, teveel verkapte armoede. De hoge prijs die we betalen van teveel rotzooien met onze natuur; te warme zomers, te zachte winters, te natte dagen. We vernielen collectief onze toekomst. Onze planeet schreeuwt om genezing. Mijn wens voor 2024 is daarom eenvoudig: laten we, nu het hopelijk nog kan, een stap verder gaan dan bewust zijn dat we niet goed bezig zijn. Laten we, ieder voor zich, maar vooral samen, in actie komen en alles op alles zetten om bij te dragen tot een gezonder en beter leefmilieu. Dit kost geen handenvol geld, maar wel handenvol liefde. Liefde voor elkaar en voor wat ons toevertrouwd is, de natuur. Respect en de zorg voor het grootste en mooiste mysterie dat we kennen: alle leven op deze aarde. Met wat minder ik en wat méér jij, vinden we misschien een manier om het tij te keren. Mag 2024 voor jou en voor mij een jaar van collectieve gezondheid zijn, in voorspoed en welvaart op alle niveaus van ons bestaan, zodat 2025 ingeluid mag worden met mooie berichten zoals deze: de temperatuur is gestopt met stijgen, de oogsten zijn rijkelijk en goed, de CO2 is teruggedreven tot een gezond niveau en het aantal mensen dat onder de armoede grens moet leven is nog maar miniem en… het regent een stuk minder dan in 2023!

Heidi Schoefs
15 0

Aderlatingen

Ik sta in de gang van het ziekenhuis. In mijmer- en wachthouding. Hospitaal, ziekenhuis, kliniek, gasthuis. Woorden genoeg voor een plaats waar je niet wil zijn. Het ene woord is al ouder dan het andere. Ik denk aan ons bezoek aan het Brugse Sint-Janshospitaal uit de 12e eeuw. Nu is het een knap museum. Daar las ik over aderlatingen, die door een barbier-chirurgijn werden uitgevoerd. Ze waren tegelijkertijd kapper, drogist, tandarts, dokter en apotheker. De mensen waren ervan overtuigd dat een zieke kon genezen door veel bloed af te tappen. Het was een kwestie van levenssappen en de balans in het lichaam te herstellen. Bij kapperszaken zie je soms nog van die typische kapperspalen met witte, blauwe en rode strepen die in een spiraal ronddraaien. Die zijn gebaseerd op de wapperende doeken vol bloed die als een spiraal aan een stok hingen te drogen. Gedaan met mijmeren. Ik sta op de gang omdat de kamer leeg is. De persoon is samen met het bed weg voor een ingreep. Een toestel op de kamer houdt niet op met piepen. Dat had je in de 12e eeuw natuurlijk niet. De stekker uittrekken durf ik niet. Ik heb de tv aangezet, maar de match Union Sint-Gillis tegen Liverpool overstemt het gepiep niet. Dan maar de deur dicht en de gang op. In de verte komt een verpleegster aan. Of ze weet hoelang de ingreep nog zal duren. Nee, dat weet ze niet, want dit is haar sectie niet meer. Ze wijst naar een lijn op de vloer die ze net heeft gepasseerd. Ze is wel zo vriendelijk om het gepiep af te zetten. Mijn vraag moet ik aan de balie stellen. Union Sint-Gillis wint de wedstrijd tegen Liverpool met 2-1. Dadelijk nog wat meer goed nieuws en we kunnen weer verder. Zonder aderlatingen.

Rudi Lavreysen
19 1

Broodstress

Op een zondagochtend stond ik ietwat vervelend te dralen bij de deur. “Welk brood?”, vroeg ik kortaf. “Breng maar een donker mee”, zei mijn vrouw. “Je kiest maar.” “Een donker brood schat? Ze hebben daar zoveel soorten donkere broden dat ge er bijna niets meer ziet.” Mijn overdreven reactie wees duidelijk op een acuut geval van broodstress.Geef nu zelf toe. Tarvo, zeven granen, acht granen, negentien granen, molenaars, tijgerwit, tijgergrijs, volkoren, spelt, roggebrood en dan vergeet ik er nog een paar honderd. Het lijkt wel of er elke dag broodsoorten bijkomen. Thuis heeft de ene dit graag en de andere dat. Er zijn zoveel meningen als er broden zijn. Je zou van miserie bijna sandwiches kopen, maar dat is ook niets voor elke dag. Naar de bakker wandelend, dacht ik aan de vele handelaars die vroeger aan de deur van het ouderlijk huis kwamen. De melkboer, de brouwer, de groenteboer en ook de bakker. Dat bestaat niet meer. Er passeren enkel nog kartonnen dozen. De bakker kwam altijd met twee broden in zijn handen naar de deur gestapt. “Een grijs of een wit vandaag?”, vroeg hij dan. Zo konden we toch een beetje afwisselen. Een grijs brood was toen nog een rond grijs. Het snijden van het brood deden we zelf. Geen enkele boterham had dezelfde grootte. De grote sneden waren perfect voor onze poetzak. De kleine sneetjes waren ideaal om ’s avonds nog een boterham te maken met boter en hagelslag. Voor de kleine honger bij de tv. Mezelf verheugend om nog eens van die vaste grijze boterhammen te eten en meteen om wat ik zou zeggen bij het thuiskomen: ‘Raad eens welk brood ik nu bij heb?', stapte ik vrij van alle broodstress bij de bakker binnen. “Een gewoon rond grijs meneer? Oei, dat wordt niet meer gemaakt.”

Rudi Lavreysen
10 0

Wat ben ik toch een rund

Ik hou het liever eenvoudig. En ordelijk. Ik sorteer. Zowel mijn afval als mijn gedachten. Het eerste omdat het beter is voor het milieu en het mijn burgerplicht is, het laatste leg ik mezelf op, anders word ik gek. Mijn maatschappijkritische blik heb ik jaren geleden al in de pmd-zak gegooid. Ik kijk naar de wereld zoals een koe naar een passerende trein: een beetje verbaasd maar voor de rest weinig geïnteresseerd, zich afvragend wanneer al dat kabaal weer voorbij is en de stilte wederkeert. Tegelijkertijd een mals plukje gras degusterend, of in mijn geval momenteel een met kruidenkaas besmeerde wrap, die ik keurig belegd heb met gerookte zalm en rucola. Genietend van het hier en nu. Geld beleggen? Daar houd ik me niet mee bezig. Deze simpele vent houdt van direct rendement. De gerookte zalm is voortreffelijk. Ben ik dan niet betrokken? Nee. Ik ben zonnig. Zelfs ’s ochtends ken ik nauwelijks ochtendgrijs. Voor mij geen mist, enkel openheid. Helderheid. Omdat mijn leefwereld klein is. In de echte, de grote, zijn er veel te veel conflicten, complotten en intriges. Door al die samenspannerijen zie je dagelijks lange rijen gedupeerden, in oorlogsgebieden zelfs lange rijen lijken. Elke dag opnieuw. Even later zie je rijken die betrokken lijken. Politici en leidende figuren met principes en dikke buiken die van de ene partij naar de andere overlopen, als communicerende vaten die mij hoe langer hoe minder zeggen. Nee, het journaal hoeft voor mij niet meer. Liever met de voetjes op mijn kleine lapje grond dan te allen tijde op de hoogte gehouden worden. En waarmee? Met echt nieuws of met door gekleurde en bevooroordeelde redacties voorgeknabbelde feiten? Ik wil me niet nodeloos opwinden, want ik kan er toch niets aan verhelpen. Me kwaad maken? Evenveel of zelfs meer dan alle anderen? Nee, ik krijg er geen boost van om het boost te worden. Laat zitten.  Ik mag dat niet zeggen of schrijven, want dan ben ik onverschillig en egoïstisch. Dan mis ik solidariteit met medemensen die getroffen worden door oorlog, hebzucht, machtsmisbruik en alle andere onhebbelijkheden die des mensen is. Een gebrek aan wij-gevoel dat ik compenseer met wei-gevoel. Ik hoef mezelf niet stoerder voor te doen dan ik ben. Ik ben geen stier. Noem mij maar een koe. Het enige onrecht dat me persoonlijk treft en waarvan ik me bewust ben is dat ik dagelijks leeggemolken word door allerlei overheden, terwijl ik er, naar mijn gevoel, steeds minder voor terugkrijg. Wat maakt het uit? Ik heb niet veel nodig om gelukkig te zijn.  Je bent zo gelaten, Danny. Ik hoor het je al denken, waarde lezer. Dat is nochtans niet zo. ‘Met rust gelaten willen worden’ bevat drie werkwoordsvormen en is dus veel arbeidsintensiever dan je denkt. Het toppunt van gelatenheid is het almaar groeiende besef dat naarmate zijn leeftijd vordert, een mens steeds minder van de wereld begrijpt. Tot hij een gevoel krijgt van: wat doe ik hier nog? Dan is het tijd om te sterven.  Maar zover zijn we hopelijk nog lang niet! Ik spring en huppel dagelijks rond als een jolig en stoeierig kalfje, op zoek naar wat wél nog leuk is. Naar uitdagingen. Vaak zijn het er waarvan ik weet dat ik ze aanga omdat ze heerlijk haalbaar zijn, maar af en toe verleg ik mijn grenzen tot bijna net tegen de prikkeldraad. Het moet wel een beetje spannend blijven. Niet wereldschokkend, maar wel genoeg voor een tintelend stroomstootje. Ik zeg boe en doe niemand kwaad. Integendeel: regelmatig zorg ik door mijn manier van doen voor glimlachjes. Als alle mensen dat zouden doen, zou het journaal na een paar jaar iets van een goednieuwsshow hebben. Een heilige koe ben ik nochtans niet. Ik heb er zelfs niet de schijn van. Ik wil alleen liefhebben, en zelf een beetje gekoesterd worden.       

Danny Vandenberk
13 1